Inspiratie uit alle bronnen van wijsheid
Wie is Manu Keirse?
De Vlaamse psycholoog Manu Keirse (1946) is specialist in het omgaan met verlies en verdriet en nog altijd een veel gevraagd spreker. Hij is emeritus hoogleraar aan de faculteit geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven. Van 1999 tot 2003 was hij kabinetschef op het Belgische ministerie van Volksgezondheid. Zijn eerste boek was ‘Helpen bij verlies en verdriet. Een gids voor het gezin en de hulpverlener’ (1995). Daarna volgden nog diverse boeken als ‘Afscheid van moeder’, ‘Van het leven geleerd’ en ‘Zie de mens’. Zijn boeken zijn stuk voor stuk bestsellers en werden in vele talen vertaald.
Rouwdeskundige Manu Keirse geeft advies
Wat te doen bij verdriet en verlies
Rouwdeskundige Manu Keirse geeft advies
Wat te doen bij verdriet en verlies
In en rond Delft starten mensen op vrijwillige basis met een initiatief om iets voor de stad en zijn inwoners te doen. Wat zijn hun drijfveren? En wat is de impact van het initiatief op de stad? In deze rubriek laten we de initiatiefnemers aan het woord. .
Doodzonde volgens klinisch psycholoog Manu Keirse, want dit ongemak in het omgaan met verdriet leidt tot onnodig extra leed en kan zelfs psychische problemen veroorzaken. Zijn missie is om mensen te leren hoe ze anderen kunnen steunen bij het hanteren van verdriet. Op uitnodiging van CUVO Uitvaartzorg, De Laatste Eer en het Forum in Zoetermeer sprak Manu op vrijdag 15 oktober jl. in Bibliotheek Forum Zoetermeer.
Jong geleerd
Zelf raakte Manu als kind al vertrouwd met de dood. “Ik was misdienaar in de jaren 50. In die tijd stierven de meeste mensen nog thuis. Omdat ons gezin als enige in het dorp een telefoon had, belde de pastoor mij als iemand stervende was om de bel en de lantaarn te dragen. Samen trokken we langs velden en wegen, soms anderhalf uur te voet, op weg naar sterfkamers voor de ziekenzalving. De ontreddering die ik daar zag, maakte grote indruk. Maar ik zag ook de verbondenheid in die families en de manier waarop ze het verdriet samen droegen.”
Huisarts
Ook de huisarts uit zijn jeugd leerde hem hoe je met dood kunt omgaan. “Toen ik 8 was, werd bij ons in de straat een kind van 4 jaar overreden door een vrachtwagen. De huisarts raadde de ouders in de straat aan om met hun kinderen een laatste groet te brengen aan het kind. ‘Zij moeten morgen weer door diezelfde straat naar school lopen, hoe moeten ze begrijpen wat er is gebeurd?’ Mijn moeder ging met haar kinderen van 4, 5, 6 en 8 jaar oud. Ik zie het nog voor me. Het hoofd in wit verband en één handje boven de lakens. Op advies van de huisarts maakte mijn moeder die avond warme chocolademelk en nam alle tijd om naar onze verhalen te luisteren voordat ze ons met veel genegenheid naar bed bracht. Ik ben die huisarts nog altijd dankbaar.”
Ongemak en angst
In zijn werk als klinisch psycholoog merkte Manu dat veel collega’s niet goed raad wisten met verdriet. “Aan het begin van mijn carrière werkte ik drie dagen in een psychiatrisch ziekenhuis. Op een dinsdag was een jonge patiënt overleden door een elektroshockbehandeling. Ik was daar op woensdag en vernam dat die patiënt de dag daarvoor was gestorven. Ik vroeg: ‘Hoe hebben de ouders dat opgenomen?’ Toen zeiden ze: ‘Die weten dat nog niet, ze zijn nog niet op bezoek geweest.’ Ik was verbijsterd dat die psychiater niet meteen die ouders had ingelicht.’ De verklaring? Een combinatie van angst en onvermogen. Bovendien zijn artsen zijn zo georiënteerd op genezen, dat ze moeilijk kunnen omgaan met de dood. De jaren daarna heb ik vele artsen en verpleegkundigen opgeleid in het omgaan met verlies, sterven en rouw. Het gaat op veel plekken al stukken beter, maar er is nog steeds veel te verbeteren.”
Hoe overleef je verdriet?
Om verdriet te overleven moet je ‘rouwarbeid’ verrichten volgens Manu. “Dat is emotionele arbeid die een serieuze belasting vormt voor het lichaam en voor de geest. Het is hard werken, kost veel tijd en je wordt er doodmoe van. Bij het verrichten van die rouwarbeid kun je mensen helpen of juist voor de voeten lopen.”
Vier taken bij rouwarbeid
-
De werkelijkheid onder ogen zien
Bij een groot verdriet kun je verdoofd zijn. Voor buitenstaanders lijkt het soms dat iemand sterk is, maar vaak is de werkelijkheid nog niet volledig doorgedrongen. Het is een mechanisme om dat wat te zwaar is om te dragen een tijdje op te schorten tot je het aankunt. Het kan een hele tijd duren voordat je hart accepteert wat je hoofd begrijpt. Sommige mensen kunnen zo intens verlangen naar de overledene dat ze hem kunnen zien, horen of ruiken. Dergelijke hallucinaties zijn normaal en passen bij intens verdriet.
Wat is helpend?- Correcte informatie geven over wat is gebeurd en dit meerdere keren herhalen
- Mensen stimuleren om de overledene te zien
- Ondersteunen bij praktische taken (maar wel in overleg)
- Mensen de ruimte geven om (meerdere keren) hun verhaal te doen
- Om te troosten is het vaak genoeg om liefdevol aanwezig te zijn
- Bedenk geen oplossingen, er valt niets op te lossen
-
De pijn ervaren
Je kan geen verlies overleven zonder pijn te ervaren. Daar is geen ontkomen aan. Iedereen ervaart verdriet anders en vaak komt het in golven. Het kan worden getriggerd door iets wat je emotioneel aanspreekt: de eerste krokus in de tuin, het afstuderen van een zoon of de geboorte van een kleinkind. Het verdriet is er altijd, maar het kan je soms overvallen en heel intens zijn, waarbij allerlei gevoelens naar boven komen: angst, boosheid, schuldgevoel of wanhoop. Je kunt je terugtrekken uit sociale contacten of slaap- en eetproblemen ervaren. Antidepressiva kunnen helpen, maar zijn niet verstandig. Ze zijn bedoeld voor mensen met een psychiatrische ziekte. Rouw is normaal gedrag van evenwichtige mensen. Medicatie remt het rouwproces af.
Wat is helpend?- Luisteren, luisteren, luisteren
- Liefdevol aanwezig zijn en attente zorg bieden
- Het verdriet er laten zijn en mensen niet proberen op te vrolijken
- Besef dat plotselinge heftige emoties heel normaal zijn
-
Aanpassen aan de nieuwe situatie
Na een groot verlies is niets meer vanzelfsprekend. Je moet je wereld opnieuw inrichten zonder die persoon. Denk aan concrete taken als het gras maaien, de belastingaangifte invullen, maar ook het vinden van ritme en structuur in je dagen. Ook het beeld dat je van jezelf hebt, moet je bijstellen. Wat voor vader ben je als je kind is gestorven? Wie ben je als je niet meer de ‘vrouw van’ bent? Degene die er niet meer is, heeft beïnvloed hoe jij je als persoon hebt ontwikkeld. Nu moet je dat verder zelf vormgeven.
Wat is helpend?- Luisteren naar het verhaal van mensen
- Nodig hen uit om te vertellen over degene die ze verloren.
- Hanteer de formule: 80procent luisteren en 20 procent praten
- Door hen te laten praten, kunnen ze hun eigen levensverhaal opnieuw vormgeven
- Vraag niet ‘hoe gaat het?’, maar ‘hoe voel je je vandaag?’, daarmee erken je gevoelens
-
Opnieuw leren genieten en herinneringen levend houden
Ook dit is een moeilijke taak. Mensen durven soms niet meer te genieten, omdat die ander niet meer kan meegenieten. Het helpt om te beseffen dat je altijd verbonden blijft met degene die er niet meer is. Maar je moet hem op een andere manier in je leven integreren dan toen hij nog leefde. Je hoeft hem niet los te laten, maar je moet hem anders leren vasthouden. Houd de herinnering levend door iemand op te nemen in je gesprekken.
Wat is helpend?- Help met praktische zaken om een nieuwe structuur te vinden
- Blijf zoveel mogelijk contact zoeken
- Blijf praten over de persoon die er niet meer is
- Haal samen mooie herinneringen op
- Stel vragen: wat voor kind, partner, ouder was hij of zij?
Helpen bij verlies en verdriet
‘Helpen bij verlies en verdriet’ is al jaren het basisboek over rouw. In deze vernieuwde editie gaat Manu Keirse niet alleen in op verlies door de dood, maar besteedt hij ook aandacht aan andere verliessituaties, zoals verlies van je gezondheid, je werk of je toekomstperspectieven.