Patiënt aan het woord
Gelukkig kreeg ik heel snel de juiste behandeling
Patiënt aan het woord
Gelukkig kreeg ik heel snel de juiste behandeling
André Schrama (74) zit er opgewekt bij in zijn Zoetermeerse huiskamer. Aan niets merk je dat hij twee weken geleden een herseninfarct had. Hij lijkt de nuchterheid zelve, maar hij is vooral erg opgelucht en onder de indruk van de snelle en gestroomlijnde manier waarop hij werd geholpen.
Op een vrijdagochtend gaf zijn lichaam een waarschuwing. André: “Er klopte iets niet. Ik kon mijn arm niet goed bewegen en had moeite om dingen vast te pakken. Ik belde de huisarts en die stuurde meteen een ambulance. In het ziekenhuis werd een CT-scan gemaakt. Daarop was niets te zien. De oorzaak was waarschijnlijk een TIA, een tijdelijke verstopping van een bloedvat in de hersenen. Ondertussen waren de verschijnselen alweer weggetrokken. Het leek allemaal wel mee te vallen.
Duidelijke instructies
Eind van de ochtend zei ik tegen de neuroloog, dokter Granneman: ‘Ik ga weer naar huis.’ Dat vond ze geen goed idee, ze wilde me ter observatie houden. Maar sinds mijn vrouw anderhalf jaar geleden overleed woon ik alleen en ik heb twee honden. Zij zijn mijn lust en mijn leven en ik kon niet zo snel oppas regelen, dus wilde ik naar huis. Dokter Granneman, was heel begripvol, maar vond het niet verstandig. Ze drukte me op het hart om heel alert te blijven en gaf me duidelijke instructies mee. ‘Bij uitvalsverschijnselen of als je je niet goed voelt: METEEN 112 bellen. En dan zeggen dat je ’s ochtends in het ziekenhuis was met een verdachte TIA.’ Die instructies zijn mijn redding geweest.
112 bellen
Om vier uur ’s middags was het foute boel. Ik voelde dat mijn gezicht scheef stond. Ik kon mijn arm niet bewegen, sleepte met mijn been en kon niet goed meer praten. Ik ben niet zo paniekerig en bovendien was ik erop voorbereid. 112 bellen dus. De ambulance stond snel voor de deur. Ik woon vlakbij het ziekenhuis: twee keer linksaf en je bent bij de Spoedeisende Hulp (SEH). Daar stonden al drie of vier mensen klaar die mij opvingen. Zij reden me op de brancard rechtstreeks naar de CT-ruimte waar ik een scan kreeg. Dat verliep ongelofelijk soepel en snel.
Stroke unit
Kort daarna kwam de dienstdoende neuroloog, dr. Groen bij me langs. Het bleek een herseninfarct. Nog op de SEH kreeg ik meteen een hoge dosis bloedverdunners en antistollingsmiddelen. Daarna werd ik naar de stroke unit gebracht. Ik lag aan een speciale monitor en werd continu in de gaten gehouden. Ook ’s nachts werd ik om de paar uur wakker gemaakt. Ik kan me er niet veel meer van herinneren. Ik was vooral ontzettend moe.
Herstel
Gelukkig knapte ik snel op. De volgende dag (op zaterdag) mocht ik alweer uit bed om een stukje te lopen met hulp van een verpleegkundige. Mijn been werkte nog niet helemaal mee, maar achter een rollator lukte het wel om me verplaatsen. Het was ook vooral een kwestie van weer vertrouwen krijgen. ’s Middags ging een fysiotherapeut met me aan de slag. Stukje door de gang lopen, trap op en af. Ik vond het geweldig dat ze dat zo snel oppakten in het weekend. Praten ging ook al weer beter. Zondag kon ik met een rollator zonder begeleiding lopen. Maandag mocht ik weer naar huis.
Vermoeidheid
Het moeilijkste was dat ik het vertrouwen in mezelf kwijt was. En dat ik enorm vermoeid was. Daar had ik echt last van. Ik ben altijd heel actief, maar ik was al bekaf als ik naar de keuken liep. Ik heb nu twee keer per week fysiotherapie. Dan doe ik spierversterkende oefeningen en oefeningen om mijn conditie weer op te bouwen. Dat is pittig, maar het gaat steeds beter. Ik loop alweer een halfuur tot drie kwartier met de honden.
Emotioneel
Ik was na het herseninfarct ook emotioneler. Normaal ben ik vrij nuchter, maar vlak na het infarct moest ik bij het minste of geringste huilen. Ik lag op de kamer met Trudy, zij was verlamd en moest overal bij geholpen worden, maar zij was altijd opgewekt. Echt onvoorstelbaar. Met haar en haar man Wouter had ik leuk contact. Wouter kwam elke dag en het was zo fijn om te zien hoe liefdevol hij haar verzorgde. Ik zag mezelf erin terug. Mijn vrouw had ALS en het laatste jaar zorgde ik heel intensief voor haar. Dat was ondanks het verdriet de mooiste periode die we samen hadden. Datzelfde zag ik bij Wouter en Trudy. Toen ik even naar ze toeging voor een praatje, schoot ik ineens vol. Wouter lachte en zei: ‘Ja, dat is een bijwerking hè, dat hoort erbij.’
Veilig en in goede handen
Naast vermoeidheid en emoties heb ik geen andere veranderingen gemerkt. Ik heb gewoon heel veel geluk gehad dat ik zo razendsnel geholpen ben. Daardoor is de schade bij mij beperkt. Ik vond het een voorrecht om op de Stroke Unit te liggen, ik voelde me er honderd procent veilig en goed verzorgd.