Selecteer een pagina
Cover Infoland - Langeland ziekenhuis door BLAD! Producties

Struggles

De 18-jarige Jadey Hollander uit Den Haag zit in het examenjaar van de driejarige opleiding Zelfstandig werkend kok.

Struggles

“Jongens en meisjes, maak er maar wat van!”, zegt de docent doodleuk in de eerste les. “Graag een voor- en hoofdgerecht, je hebt drie uur de tijd.” De schrik slaat me meteen om het hart. Op mijn werkblad liggen rivierkreeftjes, gamba’s, een bloemkool, wortelen, aardappelen, knoflook en andere standaardkruiden. “Ojee, hoe ga ik dit doen?” Ik voel me onmiddellijk weer die eersteklasser, die toen ook al dacht dat iedereen originele ideeën had en hartstikke handig was, behalve ik. Maar nu zijn we twee jaar verder en zitten we in het examenjaar van de koksopleiding. Nog steeds vraag ik me af of ik het wel kan en of ik wel goed genoeg ben. Ook bij dit zogenaamde oefenexamen.

Mijn professionele outfit met koksbroek, koksbuis, schort, muts en speciale schoenen belooft heel wat, maar mijn faalangstige zelf is nog niet zover. Wat dan ook niet helpt – bij mij dan – is dat de docent benadrukt dat dit het laatste jaar is: “Het is jóuw examen, jíj bent verantwoordelijk, jíj moet zorgen dat je spullen op orde zijn”. Ja ja, ik weet het. Echt, die prestatiedruk voel ik al sinds ik begon aan dit horeca-avontuur en meteen verzoop in alle weetjes en technieken.

Naast spannend vind ik de opleiding óók hartstikke leuk hoor – vooral als in mei dat kookexamen erop zit, haha. Maar toen ik twee jaar geleden begon, was ik 15, en wist ik niet precies wat ik wilde. Door corona waren er geen open dagen. Koken vond ik leuk, maar eigenlijk was ik met de horeca niet bekend. Mijn stage in het eerste jaar bestond vooral uit het vouwen van pakketten voor de bezorgmaaltijden. Dat hielp ook niet voor meer zelfvertrouwen ‘on the job’, zeg maar.

Dus zit ik nog steeds met die rottige onzekerheid – ik wil het gewoon goed doen! – en kijk ik liefst hoe mijn klasgenoten te werk gaan. Maar nu dat kookexamen dichterbij komt, overwin ik tóch mijn struggles. Ik bind mijn haren bij elkaar, pak mijn telefoon en ga kijken wat voor lekkers je allemaal kunt maken van die bonte mix van ingrediënten voor mijn neus. “Oké, komt wel goed”, zeg ik hardop tegen mezelf. Want eigenlijk is het altijd goed gekomen. Die bange poeperd van binnen zal ik altijd een beetje blijven.